Openingstijden vandaag 10:00 - 17:00 Koop tickets Menu

Collectiebeheer

Nationale Plantencollectie

Botanische tuinen in Nederland beheren samen de Nationale Plantencollectie.Deze collectie bestaat uit taxonomisch verantwoord beheerde, levende planten die vaak zijn ondergebracht bij botanische tuinen. Elk van deze tuinen beheert één of meer deelcollecties, die voor Nederland in wetenschappelijk, cultuurhistorisch of maatschappelijk opzicht van bijzondere waarde zijn. Ook de Hortus heeft zich gespecialiseerd in enkele plantengroepen en werkt zo mee aan het behoud van deze bijzondere Nationale Plantencollectie. De deelcollecties van de Nationale Plantencollectie zijn met name tot stand gekomen ten behoeve van universitair onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Ook kwam een deel van deze collecties tot stand in het kader van handelsreizen in de 17e en 18e eeuw. Naast universitaire botanische tuinen is een aantal tuinen opgericht door particulier initiatief, waarbij o.a. bolgewassen, maar vooral houtige gewassen bijeen werden gebracht. Houtige gewassen werden ondergebracht in bomentuinen of arboreta. Een aantal van deze arboreta werd toegevoegd aan universitaire tuinen zonder de locatie wijzigen.

Bronnen

Voor het beheer (determinaties, naamgeving, achtergrondinformatie) van plantencollectie zoals die van de Hortus is een voortdurende toegang nodig tot zeer specifieke kennis binnen een zeer breed spectrum. Het daarom van groot belang om over de juiste informatiebronnen te beschikken en te weten waar welke gegevens te vinden zijn. De Hortus heeft daarvoor een kleine bibliotheek met zo’n 2000 titels. Daaronder bevinden zich flora’s, monografieën en thematische literatuur. Ook wordt gebruik gemaakt van tijdschriften met betrekking tot een van de specialisaties zoals Cycadeeën of Zuid-Afrikaanse planten. Voor de wetenschappelijke naamgeving van planten worden hoofdzakelijk de volgende drie bronnen gebruikt. Indien het Nederlandse soorten zijn wordt hiervoor de Heukels’ Flora van Nederland (2005) gebruikt. Indien het geen Nederlandse soort is maar de plantenfamilie is opgenomen in Kew’s World Checklist of Selected Plant Families (WCSP), wordt deze lijst gebruikt. Indien de soort in geen van beide standaardwerken te vinden is wordt ‘The Plant List’ aangehouden. Voor het bepalen van het verspreidingsgebied van een soort kan gebruik gemaakt worden van de hierboven genoemde WCSP. Van planten die hierin niet zijn opgenomen wordt gebruik gemaakt van diverse flora’s zoals die op de site eFlora’s van Missouri Botanic Garden, of wordt het verspreidingsgebied afgeleid uit de gegevens in Gbif.

Database

Gegevensbeheer bij de plantencollectie
De plantencollectie van de Hortus bestaat uit ca. 5000 planten van zo’n 4000 soorten. De informatie over deze planten wordt in onze database beheerd. Daarin wordt o.a. bijgehouden wanneer ze in de tuin gekomen zijn, waar ze verzameld zijn en wie ze gedetermineerd heeft. In samenwerking met onze tuinlieden, rondleiders en collega’s van andere botanische tuinen wordt voortdurend gewerkt aan het aanvullen en verbeteren van de gegevens. Deze informatie vormt de basis van het collectiebeheer in de Hortus. Zij wordt o.a. gebruikt op de naambordjes, maakt de collectie geschikt voor wetenschappelijk onderzoek, en zorgt dat de Hortus kan voldoen aan internationale wet- en regelgeving omtrent de uitwisseling van plantmateriaal.

De database wordt ook gebruikt om overzicht te houden over welke planten we hebben en waar ze staan. Deze inventarisatie is online te raadplegen via de Garden Explorer. Het actueel houden van zo’n inventarisatie van levende have vraagt doorlopend aandacht. Om sneller en makkelijker te kunnen inventariseren en zo achterstanden voor te blijven, heeft de Hortus het gebruik van barcodes in het collectiebeheer ontwikkeld. Dit is beschreven in Sibbaldia, Journal of Botanic Garden Horticulture, nummer 14.

Om het meeste ‘rendement’ uit de collectiegegevens te kunnen halen is een degelijke en goed bedienbare software van belang. Sinds begin 2013 gebruikt de Hortus daarvoor IrisBG. Dit programma is ontwikkeld voor botanische collecties en combineert functies die nodig zijn voor een wetenschappelijk collectiebeheer met een aantal zeer praktische zaken zoals een plattegrond, een mobile applicatie en barcodes. Daarbij komt dat IrisBG een actieve groep gebruikers in binnen- en buitenland heeft. In Nederland wordt IrisBG buiten Amsterdam gebruikt door Arboretum Belmonte, Diergaarde Blijdorp, Paleis het Loo, Historische Tuin Aalsmeer, TU Delft  |  Hortus Botanicus, Burgers’ zoo en Hortus botanicus Leiden. Wereldwijd wordt het gebruikt door meer dan honderd botanische tuinen, arboreta en landgoederen.

De Hortus is een reference garden voor IrisBG. Organisaties die willen zien hoe de software gebruikt wordt kunnen contact opnemen met de Hortus. Op 15 April 2016 heeft de eerste Europese IrisBG-gebruikersconferentie in Amsterdam plaatsgevonden. Voor de samenvatting, zie de website van IrisBG.

Kweekhuis

Het Kweekhuis is het kloppend hart van de botanische tuin. Hier worden planten opgekweekt en verzorgd tot ze een plaats krijgen in de tuin. De levende collectie van de Hortus bevat meer dan 4000 soorten, uit zeven verschillende klimaten. Om deze collectie te kunnen ontwikkelen is een uitgebreid, goed geoutilleerde kweekkas van belang.

Op de eerste verdieping van het complex zijn drie kweekcompartimenten ingericht, elk met een eigen klimaat: tropisch, subtropisch en aride (droog). Voor plantensoorten uit bijvoorbeeld de Zuid-Afrikaanse Kaap zijn koele, lichte en droge omstandigheden vereist, terwijl planten uit het Surinaamse oerwoud juist gedijen bij vochtige warmte en gefilterd licht. De rooikwas (Haemanthus coccineus L.) en andere Kaapse bolgewassen gedijen goed in de kas, waar ze in bloei gebracht om aan de bezoekers in de tuin te kunnen worden getoond. Behalve kweekfaciliteiten en meerdere klimaatcompartimenten, biedt het Kweekhuis ook plaats aan een zaadkamer.

De kas is niet toegankelijk voor publiek, maar kan wel voor opleidingsdoeleinden worden bezocht. Ten alle tijde kan echter een blik achter de schermen geworpen worden. Men kan door de hoge ramen aan de straatzijde goed naar binnen kijken.

Het gebouw aan het Hortusplantsoen, achter de eigenlijke tuin, is een ontwerp van Posad Spatial Strategies. De kas is voorzien van klimaatbeheersing en een duurzame energievoorziening. Hoge ramen zorgen voor veel licht, terwijl schermen voor schaduw en isolatie zorgen. De bouw van deze kas is financieel ondersteund door de Gemeente Amsterdam en de Vereniging van Vrienden van de Hortus.

Op 24 oktober 2013 is de kas geopend door wethouder Freek Ossel.

Wet- en regelgeving

In navolging van het biodiversiteitsverdrag, de ‘Convention on Biological Diversity’ (CBD), levert de Hortus zaden en ander plantmateriaal volgens de richtlijnen van de ‘Code of Conduct for Botanic Gardens and similar collections’. De Hortus is lid van het IPEN (International Plant Exchange Network) en kan daarom vrijelijk materiaal uitwisselen met andere IPEN-leden. Tuinen en instituten die niet zijn aangesloten, dienen een ‘Agreement on the supply of living plant material for non-commercial purposes leaving the IPEN’ te ondertekenen en naar de Hortus te sturen. Deze overeenkomst moet ondertekend zijn door daartoe bevoegd personeel.

Zadenlijst

Sinds 1804 brengt de Hortus jaarlijks een zadenlijst ofIndex Seminum uit. Voor onderzoek en publieksdoeleinden worden zaden uitgewisseld met ruim 400 botanische tuinen en onderzoeksinstituten wereldwijd. De aangeboden zaden zijn afkomstig uit tuin en kas of uit het wild. Wildverzamelde zaden uit Amsterdam en uit het Hollandse kustgebied vormen een bijzondere categorie in het aanbod van de Hortus Botanicus Amsterdam.

Non-profit tuinen en instituten die zelf een zadenlijst uitgeven kunnen aan de uitwisseling deelnemen nadat zij zich hebben aangemeld bij de curator. De bestelperiode loopt tussen de uitgave van de zadenlijst in december of januari, tot half maart.

Vanwege internationale regelgeving is het voor particulieren niet mogelijk om planten of zaden uit de collectie te bestellen. Voor bijzondere soorten en inheemse planten kunt u terecht bij gespecialiseerde kwekers of tuincentra.

Op het Europese congres voor Botanische tuinen in Parijs (juni 2015), zijn de collectiebeheerders van de Hortus Botanicus Amsterdam en de Botanische Tuin van Oslo samen met vertegenwoordigers van achttien andere botanische instellingen in Europa (zie kaart hieronder) een discussie gestart over het verbeteren van de zadenuitwisseling met behulp van moderne informatietechnologie.

De resultaten hiervan zijn op 3 mei 2016 gepubliceerd in Taxon 65(2), tijdschrift van de International Association for Plant Taxonomy.