Openingstijden vandaag 10:00 - 17:00 Koop tickets Menu

Van verre gebergten naar (botanische) tuinen

1 april - 31 mei

Dit evenement is afgelopen.

door Laura Koopmans

 

Wie aan Nederland denkt, denkt aan tulpen. Ieder jaar reizen er in het voorjaar hordes mensen af naar Nederland om de weelderig bloeiende tulpen te bewonderen. Ze zijn er in alle soorten en maten: klein, groot, knalrood, dieppaars, glad of gerafeld. De tulp staat bekend als een typische Hollandse bloem en Nederland is dan ook de grootste exporteur ter wereld. Maar waar komt de tulp eigenlijk oorspronkelijk vandaan? En hoe zijn we aan al die verschillende soorten gekomen? Om deze vragen te kunnen beantwoorden moeten we de geschiedenis én de biologie van tulpen induiken.

lees verder

De reis van de tulp

Tulpen vormen een geslacht (Tulipa) binnen de leliefamilie. Er is in het wild een grote diversiteit aan soorten te vinden, waarvan de meeste oorspronkelijk uit de bergen van Centraal-Azië komen. Daar krijgen de plantjes veel te verduren en groeien ze vaak onder barre omstandigheden. Deze gebieden worden namelijk gekenmerkt door perioden van extreme droogte, koude winters en harde wind. Deze wilde tulpensoorten zijn vaak een stuk kleiner en minder opvallend dan de bloemen die we tegenwoordig in onze tuin hebben staan. De zaden en bollen werden uit de bergen meegenomen door reizigers en vonden zo hun weg naar de (koninklijke) tuinen van toenmalig Perzië en Turkije. De Turkse sultan Süleyman I was erg gecharmeerd van de bloem en vulde er zijn paleistuin mee. In het midden van de 16e eeuw heeft de tulp voor het eerst West-Europa bereikt. Wanneer precies is onduidelijk, maar het lijkt erop dat de tulp via verschillende routes onze kant opgekomen is. In 1559 is de tulp voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Conrad Gessner.

 

De bloem is uiteindelijk via de geleerde Carolus Clusius in Nederland terechtgekomen, die ze verzamelde en voor onderzoek gebruikte in de botanische tuin in Leiden. Aan het begin van de zeventiende eeuw – naarmate er steeds meer en bijzondere tulpen werden gekweekt –  steeg de bloem enorm in populariteit en prijs. De tulpentrend bereikte – onder invloed van de economische welvaart van de Gouden Eeuw – zijn hoogtepunt tussen 1636 en 1637. Dit werd ook wel tulpenmanie genoemd. In deze periode werden er tulpenbollen verkocht voor prijzen die opliepen tot 3000 gulden, wat overeenkomt met meer dan 40.000 euro in de huidige tijd!

 

Zaden en bollen

Al die mooie (en dure!) tulpensoorten zijn natuurlijk niet uit de lucht komen vallen: deze worden al eeuwenlang zorgvuldig opgekweekt. Om te begrijpen hoe dat werkt moeten we ons verdiepen in de voortplanting. Tulpen kunnen zich zowel seksueel als aseksueel voortplanten. Bij seksuele voortplanting worden er mannelijke geslachtscellen (via pollen) overgebracht naar de vrouwelijke geslachtsdelen (stamper) van de bloem. Veel tulpen kunnen zichzelf bevruchten, maar er kan ook bestuiving plaatsvinden tussen twee verschillende bloemen met behulp van insecten, wind en de mens. Deze kruisbestuiving is voor tulpenkwekers heel interessant, omdat tulpen met bepaalde interessante kenmerken op deze manier met elkaar gekruist worden om zo tot aantrekkelijke, nieuwe tulpenrassen (cultivars) te komen.

 

Als er dan een mooie nieuwe tulp is ontstaan moet deze natuurlijk vermeerderd worden. Dit is waar aseksuele reproductie een belangrijke rol speelt. Tulpen kunnen zich namelijk ook vermeerderen zonder bestoven te worden: dit vindt onder de grond plaats. Hierbij produceert een ‘moederbol’ aan de zijkant kleine bolletjes die uiteindelijk afgesplitst kunnen worden. Deze zijbollen zijn genetisch identiek aan de moederplant en beschikken dus ook over exact dezelfde uiterlijke kenmerken.

 

Aseksuele reproductie kent een aantal voordelen. Zo wordt het risico dat er een afwijkende tulp ontstaat doordat de ene bloem door een andere is bestoven op deze manier vermeden. Daarnaast wordt de kweektijd sterk verkort. Van zijbol tot bloem is dit namelijk één tot drie jaar, terwijl het van zaad tot bloem wel vijf tot acht jaar kan duren.

 

Zo blijkt dat er een lange, interessante geschiedenis schuilgaat achter deze kleurrijke lentebloeier. Van de bergen rondom Kazachstan naar het Turkse hof en van de academische tuinen in Leiden naar de bruisende bloemenveilingen van de Gouden Eeuw. De tulp heeft een enorme reis afgelegd, om uiteindelijk tot bloei te komen in de Hortus! Kom je langs om ze in het echt te bewonderen?